Zweden en Algerije wisten zich beiden niet te plaatsen voor het eindtoernooi in Qatar, maar hopen de draad en vooral het goede gevoel weer op te pakken door deze interlandperiode ongeslagen door te komen.
Zweden en Algerije ontmoeten elkaar in een spannend duel dat eigenlijk meer een formaliteit is dan een spektakelstuk. Zweden hoeft dus niet aan te treden voor het WK in Qatar en dat heeft de selectie aardig aan zichzelf te danken. De ploeg haalde weliswaar 15 punten uit 8 wedstrijden in een kwalificatiegroep, maar eindigde achter Zweden. In de playoffs werd nog gewonnen van Tsjechië, maar in de finaleronde werd met 2-0 verloren van Polen. Daardoor liep de ploeg van Jan Andersson op pijnlijke wijze het eindtoernooi mis.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor Algerije, dat op haar beurt ook niet het eindstation wist te bereiken. De Algerijnen werden weliswaar eerste in hun groep, maar tegen Kameroen ging het ook in de Afrikaanse finaleronde ging het voor dit land mis. Het is dus een soort battle of disappointments, maar wij hebben onze eigen visie erover.
Zweden moest eerder deze week aantreden tegen Mexico, dat op zijn beurt wel actief is in Qatar. Het was dan ook niet gek dat Zweden de underdog was. Spelers als Zlatan Ibrahimovci, Alexander Isak, Dejan Kulusevsi, Martin Olssen en Mattias Johansson mochten thuisblijven, maar na zijn ellendige blessure was wel Jesper Karlsson terug. Hij moest echter toekijken hoe zijn concurrent Mattias Svanberg een wereldpot speelde. Met een goal en een assist maakte hij de goal van Alexis Vega ongedaan.
Sinds de gemiste kans op een eindtoernooi, wist de ploeg afgelopen periode dan weer wel goed te presteren. Achtereenvolgend werd er afgerekend met Oeganda, Niger, Tanzania, DR Congo, Iran, Guinea en Nigeria. Alleen in deze interlandperiode ging het direct mis met een gelijkspel tegen Mali. Hoewel Riyad Mahrez vanaf de stip nog de 1-0 wist te maken, gaf zijn ploeg de wedstrijd vervolgens uit handen dankzij een goal van Mamadou Fofana.